Gedoopt in denken
We merken allemaal wel dat we denken. Zorgen maken, inspiratie, aspiratie, toekomstbeelden, de herinnering waar je sleutel ligt. Maar eigenlijk leven we vanaf dat we kind zijn tot aan onze dood in deze onzichtbare stof denken. We zijn gedoopt in denken.
In pure vorm is denken een cadeau.
Het is iets prachtigs, het is waar we vrijheid hebben. Waar niemand of geen enkele situatie ons kan zeggen wat we zouden moeten denken. Niemand die bij ons naar binnen kan kruipen en kan zeggen wat we wel en niet mogen denken. Geweldig nieuws!
Dat betekent dat zelfs als je in een bejaardentehuis zit waar je niet wilt wonen, of in een cel terecht komt, je dit gegeven nog steeds tot je beschikking hebt.
Het kan echter ook persoonlijk gebruikt worden en daar is het denken niet voor bedoelt.
Wanneer het denken persoonlijk is, merk je dat aan bepaalde kenmerken. Op dat moment lijkt het altijd alsof je ervaring van buitenaf komt.
Dat iets van buiten macht heeft over jouw mind op dat moment. De stress van het examen, alsof het papier stressvolle gevoelens af kan geven. Het geluk van het stukje taart, alsof het stukje taart je hart warme gevoelens afgeeft.
In het persoonlijke denken is er een gevoel dat wordt toegeschreven aan een object, terwijl het eigenlijk komt van hoe je denkt over dat object. Stel je voor dat je zou geloven dat er een gevaarlijk goedje in de cake zou zitten, dan verandert je gevoel. Of dat het een nep-examen is, dan ook. Het is heel subtiel en valt bijna niet op, maar het denken creëert onze ervaring.
Dat denken is een onzichtbare kracht achter de schermen. Net zoals bij zwaartekracht alles naar de grond valt, zo wordt iedere persoonlijke gedachten die in denken opkomt omgezet in een ervaring. Alleen weten dat het zo werkt, is voldoende. Zit er een angstige gedachten in, is er een angstig gevoel: Angst is slechts het denken, meer niet.
Een best wel magische kracht, het denken. Aangezien het alles omzet in een muurvaste realiteit. Eigenlijk is er eerst de rauwe versie van het denken. Dat is waar we onze psychologische vrijheid hebben. Waar we één zijn. Waar onze potentie is. Waar al onze briljante ideeën vandaan komen, altijd.
Daarna pas kan het persoonlijk worden gebruikt om mee na te denken, om te denken, over te denken. Alleen is dat allemaal niet nodig.
In de rauwe kracht van het denken kunnen we eigenlijk een soort leven zonder na te denken. Er zijn wel gedachten, maar geen gevoel dat jij ze denkt. Jij wordt gedacht. Iedereen is bekend met deze diepere mind en onze natuurlijke mind. Op momenten van spel of sport, concentratie, meditatie.
Op de momenten dat we daar niet zijn, is er een persoonlijke gedachten die doet alsof je ervaring van buiten komt.
Om een lang verhaal kort en simpeler te maken. Al onze ervaringen, of we nu in die diepere laag zitten of aan de oppervlakte van persoonlijke denken. Alles is gemaakt van één enkele kracht. Die we eigenlijk willekeurig een naam zouden kunnen geven, maar we bij deze het denken noemen. Het gaat uiteindelijk ook totaal niet om deze woorden, maar dat het de lezer hopelijk naar die plek brengt. Als je daar bent, dan zijn er geen woorden meer nodig.